Bij binnenkomst van onze demonstratieruimte werd ik verrast door het groot aantal leden die acte de presence gaven deze avond. Er hebben toch weer een aantal nieuwe leden de weg naar onze club gevonden ! Audioclub Limburg : alive and kicking !!
Deze avond is in twee gedeeltes opgesplitst : voor de pauze een verhaal over sub woofers, gepresenteerd door clublid Frank Brekelmans. Na de pauze probeert onze voorzitter Roger Poulussen antwoord te geven op de vraag wat een externe motorsturing bij een platenspeler teweeg brengt.
Frank bijt dus de spits af; als gebruiker van sub woofers heeft Frank ervaring opgedaan met de toegevoegde waarde, plaatsing en inregelen van deze bas-aanvullers. In de vanavond gebruikte opstelling staat dan ook een sub van Frank, de REL Stantor. Dit is een flink bakbeest van een actieve sub : een naar beneden gerichte woofer met diameter 30 cm, frequentiebereik vanaf 11 hertz, gewicht 55 kilogram. Huidige nieuwprijs laatste model rond de 4000 euro.
Behalve de REL bestaat de configuratie deze avond uit een Music Fidelity (MF) versterker, de A5, cd-speler ook MF, A5, een Thorens TD160BMk2 platenspeler met Linn LVX-Plus arm en Technics EPC100CMk4 element. Speakers zijn in eerste instantie de B&W CDM 1 en de NSM 20M . Deze laatste is mij volstrekt onbekend; het is in ieder geval een coax-speaker ( 2 in 1).
Frank vertelt over zijn ervaringen met de sub woofer en laat een aantal muziekstukken horen met de sub woofer uit/aan bij hetzelfde muziekstuk.
Wat zit er nu in een actieve subwoofer? Een krachtige luidspreker, een versterker en een regelbaar elektronisch cross-over. Ook kan men een aantal zaken regelen op de sub : een regelaar voor de kantelfrequenties, een volumeregelaar en een faseschakelaar, zodat de sub in fase met de hoofdluidsprekers staat .De sub is dus een aanvulling aan de onderkant; hierin zit ook informatie over de akoestiek van de opnameruimte en podiumgeluiden. Dit alles heeft te maken met luchtverplaatsing.
Moeilijker is het om een sub goed te plaatsen in een kamer. Een REL bijvoorbeeld voelt zich thuis in een hoek van een kamer. Eigenlijk moet je met een sub door de hele kamer schuiven om de match van de sub met de kamer te vinden. Ook is het in bepaalde gevallen beter te werken met 2 subs in plaats van 1. Elke speaker krijgt dus zijn eigen basaanvulling.
Hoe moet je een sub nu aansluiten ? Als er bij stereo een enkele actieve sub wordt gebruikt gaan er 3 draden vanuit de sub naar de versterker : 1 draad naar de plus van het linker kanaal, een tweede naar de plus van het rechterkanaal en de derde draad naar de min van 1 van de 2 kanalen. Dit staat bekend als de Neutrik Speakonaansluiting. Ook kan de sub rechtstreeks aan de pre-out van de versterker aangesloten worden middels een RCA-kabel.
Inregelen gaat het beste op het gehoor: stel de fase in zodat je het meeste laag ervaart, pas de frequentie aan aan die van de hoofdluidsprekers, zet het volume zodanig dat in dat de sub net niet gehoord wordt. Vaak staat de sub in eerste instantie te hard, zodat je hem nog moet naregelen.
De meningen over het gebruik van een sub woofer lopen nogal uiteen : van bonkende baskast tot zinvolle aanvulling. Zelf heb ik in het verleden ook gewerkt met een sub ter aanvulling van mijn (toenmalige) magnetostaten en electrostaten. Dit bleek een moeiijk verhaal; niet vanwege de kwaliteit van de gebruikte (REL)sub, maar meer vanwege de plaatsing. Een L-vormige kamer, alle hoeken bezet. De combinatie dynamisch-magnetostatisch/electrostatisch zal wellicht ook hiertoe bijgedragen hebben vanwege het verschillende karakter van deze eenheden. Toch ben ik van mening dat een goed geplaatste en ingeregelde sub een aanwinst is in vele luisteropstellingen. Niet alleen vanwege de aanvulling van het laag, het voelbaar aanwezig zijn voor de beleving, maar ook de forse toename van de ruimte informatie. Zelfs het hoog kikkert er van op ! Ook bij de demo van vanavond bleek de sub een welkome aanvulling op de gebruikte speakers en waren de zojuist genoemde aspecten duidelijk waar te nemen.
Na de pauze probeert Roger antwoord te geven op de vraag of bij een platenspeler ,in dit geval een Thorens TD 160, een externe motorsturing nut heeft.
Een platenspeler bestaat uit een motor, die de schijf aandrijft, een arm en een element. Deze motor is een wisselspanningsmotor, waarbij het niet uitmaakt of het voltage 12, 18 of 20 is. Wel belangrijk is dat de frequentie exact 50 Hertz is. In Nederland zitten we tussen de 49,8 en 50,1 Hertz. Deze marge zit dus dicht tegen de 50 aan. De vraag is dus of het zinvol is een externe motorsturing in te zetten om deze 50 precies aan te houden.
Dit kastje, in ons geval een Speedbox II van het merk Project, maakt een nieuwe sinus van 50 Hertz. Bovendien is het mogelijk met dit kastje elektronisch van snelheid te wisselen bij een Project platenspeler, dus van 33 naar 45 toeren. Eerst werd gespeeld zonder kastje, dan met . Geconstateerd werd een opener, schoner geluid met meer details.
Luidsprekers die gebruikt werden waren de reeds genoemde B en W´s CDM 1 , NSM 20 M, na de pauze ook nog een triax , 3 in 1,speaker van het merk Swans, al dan niet aangevuld met de Stantor.
De Swans speaker kinkt zeer open met veel ruimte. Een verrassing vond ik zelf de NSM 20 luidspreker met zijn coaxiale luidsprekereenheid. Woofer en tweeter in 1. Mooie soundstage, snelheid, detail, aardig basfundament. In combinatie met de sub zeker een aanrader.
Zo vloog de tijd weer om vanavond. Compliment aan Frank en Roger voor de voorbereiding en inzet en de beschikbaar steller van de apparatuur.
Playlist van deze avond :
1. Friend ‘n Fellow: I Wonder
2. John Lee Hooker: The Healer
3. Amsterdam Loeki Stardust Quartet: From Taffel Consort: Male-Content
4. Jacob Slagter: Horn Concerto No. 1 in D Major K. 412 Allegro
5. Logic System: Unit
6. Andy Bianchini: Marbella (Original Mix)
7. Hooverphonic: Sad Song
8. Luka Bloom: Monsoon
9. Doug Macleod: Bring It On Home
10. Massive Attack: Protection
11. Grace Jones: La Vie En Rose
12. Bombino: Mahegagh (What Shall I Do)