Overslaan en naar de inhoud gaan
Voor liefhebbers van goede muziek en apparatuur

Een avondje transistor versus buis……….

Buizen hebben altijd een belangrijke rol gespeeld in de wereld van de elektronische schakelingen. De buis, ook wel lamp genoemd, begint zijn ontwikkeling in het jaar 1904, als de Brit Fleming een patent krijgt op zijn elektronenbuis. In het jaar 1947 verschijnt de transistor ten tonele en raakt de buis steeds meer op de achtergrond. De transistor is veel kleiner, heeft een langere levensduur, wordt veel minder warm en is een stuk goedkoper wordt als voordeel genoemd. De buis verdwijnt dan uit veel elektronische toestellen, maar blijft in de versterkers van gitaristen en bassisten en in de hifi-installaties. In de audiowereld haalden in de jaren 60 veel hififabrikanten hun buizenversterkers uit de markt om transistormodellen ervoor in de plaats te zetten. Tien jaar later kwamen de buizenversterkers weer terug: het Amerikaanse merk Audio Research zorgde hiervoor.
 

Over het gebruik van transistors en buizen zijn de audioliefhebbers ook vandaag de dag zeer verdeeld; de een zweert bij de transistor, de ander bij de buis. Tegenstanders van de transistor zeggen dat het hoog erg scherp is met een enigszins koud klankbeeld, voorstanders roemen de dynamiek en de kracht in het laag. Anderen zeggen weer dat de buizen unieke klankmatige eigenschappen geven, dat ze zonder interne terugkoppeling werken en een lagere dempingsfactor hebben, waardoor ze klinken als een muziekinstrument. Dat ze veel warmer klinken dan een transistor en een veel beter hoog-en middenweergave bieden. Ook het uiterlijk kan een rol spelen: een mooie buizenversterker is vaak een sieraad in het interieur!

Om tijdens deze demoavond de transistor met de buis te vergelijken werd de volgende opstelling gerealiseerd :

Een zelfbouw transistor klasse A eindtrap zonder tegenkoppeling versus een buizen voor- en eindtrap van het Franse merk Cela. De luidsprekers waren van Tannoy: de Dual Concentric DMT 15 (rendement 96 dB, i.v.m. het beperkte vermogen van de buizenversterker). Bron was de Ayre cd-speler van onze voorzitter, luidsprekerkabel de Xindac F1, interlinks van Sign Audio en Silent Wire. Als presentator trad clublid Frank Brekelmans op.

Eerst werd de muziek gespeeld via de Cela buizen-voorversterker met de transistor eindtrap. Vervolgens middels de Cela buizen voor- én eindversterkers. De muziek kwam van onder andere The Talking heads, Ton Koopmans, Horowitz en Paul Simon. In eerste instantie klonk de transistorversterker schel, eenmaal op temperatuur gekomen werd het echter een heel stuk aangenamer. De transistor bakende meer af, terwijl volgens de aanwezige leden de buis wat zoeter klonk en de contouren minder strak waren. Het blijft een kwestie van smaak en omstandigheden: Er was gekozen voor luidsprekers met een hoog rendement omdat beide versterkers met slechts een paar Watt ter beschikking, nl 12, de hele zaal moesten vullen en deden dat naar mijn mening voortreffelijk.

Na de pauze speelden we met een klasse D-eindversterker versus een Manley buizen eindversterker (35 Watt) met EL-84 bezetting. Ik vind persoonlijk de klasse D versterker goed klinken: het was ruimtelijk, gedetailleerd, open. Maar méér muziek maakte toch de buizen eindversterker in mijn ogen. Zo zie je maar weer dat het heel persoonlijk is: de ene transistorversterker is de andere niet, de ene buizenversterker is niet de andere……., aan welke speaker worden ze gekoppeld, van welke klankkleur houd ik ….. enzovoorts.

Feit is wel dat we deze avond wel een duidelijke winnaar hebben: de toehoorders. Zij hadden een leuke avond met goed geluid en fijne muziek. Vooral na de pauze werden de meningen explicieter op grond van de duidelijker waarneembare gehoormatig verschillende klanksignatuur. Alwéér een geslaagde demo-avond gehad!